Boris en het woeste water

placeholder
De website Haagse Kunstgrepen 2.0 is financieel mogelijk gemaakt door

Boris en het woeste water

Vraag of reactie?

Heb je een vraag of opmerking of misschien wel een tekening?
Stuur je reactie naar mail@vitaaldenhaag.org
Interessante inzendingen of een mooie tekening plaatsen wij graag op deze pagina.

placeholder

Boris en het woeste water

Hoofdstuk 10 / Rindert Kromhout

De vertaling

verteller: Tony Bloem
stem: Marc Krone
adaptatie tekst: Marijke de Jong

Weer ging de reis verder.
Tante Jo lag op haar buik op het vlot en spoelde kleren schoon in het heldere water van de rivier. Boris snoof de frisse herfstlucht op en keek om zich heen. Er was iets dat anders was dan anders. Wat?
Turend speurde hij de omgeving af: de rivier, de vogels op het water, de planten langs de oever... En ineens zag hij het. Langs de rivier stond een palmboom en hoog in die boom zaten twee bavianen. Een eindje verderop stond er nog een en in het gras onder de boom graasden twee zebra’s.
‘Tante Jo, dunne Dirk!’ riep hij uit. ‘Moet je kijken!’
‘Asjemenou!’ zei dunne Dirk. ‘Ik zie een leeuw.’
‘Een krokodil!’ zei tante Jo.
Dunne Dirk juichte: ‘Hoera, wilde dieren, dit kan maar een ding betekenen, we zijn in het verre land!’
Alledrie maakten ze een rondedansje over het vlot. Ze waren er!
Het einde van hun reis was in zicht. De leeuw brulde vervaarlijk. De papegaai krijste.
‘Nu zullen we te weten komen wat er in het boek staat,’ zei Boris. ‘We moeten op zoek gaan naar mensen die het boek voor ons kunnen lezen,’ zei dunne Dirk.
'Ik ga meteen mijn mooie kleren aantrekken,' zei tante Jo.
Neus kwam de tent uit om te zien waar al die opwinding door kwam. Boris gaf hem een appel.
‘Verboden te voederen!’ riep een strenge stem.
Er kwam een vrouw uit het struikgewas te voorschijn.
Hee, ze was dik en had een pet op. ‘Voederen is niet toegestaan,’ zei ze. ‘Aaien ook niet, want dan bijten ze je hand eraf.’
‘Het is mijn eigen varken, ik voer en aai hem als ik dat wil,’ zei Boris, ‘Hu, Neus bijt niet.’
‘Ik heb het niet over dat varken,’ zei de vrouw, ‘ik heb het over de dieren in de dierentuin. Het is verboden ze te voederen. Dan gaan ze dood.’
‘Dierentuin?’ Verbaasd keek tante Jo naar de vrouw. ‘Zijn dit dan geen wilde beesten in het wild?’
‘Is dit dan niet het verre land?’ wilde dunne Dirk weten.
‘Welnee,’ zei de vrouw. ‘Het verre land is nog heel ver weg, daar zijn jullie nog lang niet. Ik ben de directrice van de dierentuin.' Ze keken eens goed rond en nu zagen ze het. Overal stonden hekken en muurtjes, overal was prikkeldraad. Een poot van de leeuw zat vast aan een ketting. De palmbomen stonden in grote bloempotten. En de vleugels van de papegaaien waren gekortwiekt, zodat ze niet weg konden vliegen.
'Dus u kunt zeker ook niet lezen wat in dit boek staat?’ vroeg Boris. Hij hield het boek omhoog.
De directrice trok een vies gezicht. ‘Ik hou niet van boeken, ik hou alleen van beesten.’
Dunne Dirk zag bleek. ‘Nog steeds niet in het verre land...’ zei hij zacht. ‘Wou je verder varen?’ vroeg de directrice. ‘Ik zou maar uitkijken. Verderop is het water woest. Daar kom je niet doorheen met dat ouwe vlot.’
‘Het woeste water?’ vroeg dunne Dirk. Meteen kreeg hij weer kleur op zijn wangen. ‘Dat hebben we al achter de rug. Viel reuze mee, laat dat maar aan mij over.’
‘Wacht maar af, je zult niet weten waar je terecht komt.’ Na die woorden liep de directrice weg, om de manen van de leeuw te gaan borstelen.