Alle hens aan dek  3

placeholder
De website Haagse Kunstgrepen 2.0 is financieel mogelijk gemaakt door

Alle hens aan dek  3

Vraag of reactie?

Heb je een vraag of opmerking of misschien wel een tekening?
Stuur je reactie naar mail@vitaaldenhaag.org
Interessante inzendingen of een mooie tekening plaatsen wij graag op deze pagina.

Alle hens aan dek  3

De boze heks verveelt zich / Hanna Kraan

De vertaling

verteller: Gera Elferink
stem: Daria Mohr

De boze heks zat in haar stoel en gaapte. Wat zou ze eens gaan doen vandaag? Een taart bakken? Nee, daar had ze geen zin in. Bessensap maken, een das breien... daar had ze ook geen zin in.
De heks zuchtte. Ze had eigenlijk nergens zin in. Ze verveelde zich. Raar, vroeger verveelde ze zich nooit. Toen was ze altijd aan het toveren, of ze bedacht plannetjes om de dieren dwars te zitten...
'Ik ben te braaf, de laatste tijd,' zei de heks hardop.
'En braaf, dat is vervelend.'
Ze stond op en slofte naar de kast. 'Dan maar de kast opruimen. Daar heb ik ook geen zin in, maar het moet wel een keer gebeuren.'
Ze deed de kastdeur open en begon een plank leeg te halen.
Maar wat was dat? Onder de handdoeken en de hemden lag een groot, dik boek.
'Mijn toverboek!' riep de heks. 'Dat is waar ook. Dat had ik goed opgeborgen. Mijn goeie, ouwe toverboek!'
Voorzichtig pakte ze het boek uit de kast en legde het op tafel. Ze sloeg het open en begon te bladeren.
'Verdwijnwater, vergeetpoeder... dat maakte ik vroeger geregeld. Dieren veranderen in een dennenappel... daar heb ik geen boek voor nodig, dat kan ik zo ook wel.' Ze bladerde verder.
'Ha, hier komen de moeilijke recepten. Duizeldrank, warspraakwater, kwaakpoeder... dat heb ik allemaal nog nooit gemaakt. Dat is zo ingewikkeld en dat mislukt zo gauw. Nu heb ik daar mooi de tijd voor,' mompelde de heks. 'Even kijken. Duizeldrank. Wat heb ik daar voor nodig?'

De haas en de egel zaten landerig in de zon.
'Zullen we gaan rennen?' vroeg de haas.
'Nee,' zei de egel.
'Een spelletje doen, boompje verwisselen, kastanjes gooien?'
'Nee.'
'Of iets nuttigs doen, iemand helpen of iets maken?'
'Nee.'
'Wat wil je dan?'
'Ik wil niks. Ik verveel me.'
De haas dacht even na. 'Ik verveel me ook, geloof ik. Wat raar. Dat had ik vroeger nooit.'
'Oehoe!' klonk het hoog boven hun hoofd.
De haas en de egel keken op. Het was de uil, die snel naar beneden kwam.

'Zitten jullie hier,' zei hij. 'Ik heb jullie overal gezocht.'
'Wat is er dan?' vroeg de haas.
'De boze heks voert iets in haar schild,' zei de uil.
'Ze is een toverdrank aan het maken.'
'Weet je het zeker?' vroeg de haas. 'Dat heeft ze al een hele tijd niet meer gedaan.'
'Doet ze ook niet meer,' zei de egel. 'Hoe kom je erbij?'
'Ik vloog over haar hut en er kwam een stinkende walm uit de schoorsteen, net als vroeger.'
De egel gaapte. 'Ze heeft vast iets laten aanbranden. Appeltaart, denk ik. Of pannenkoeken.'
'Neeneenee,' zei de uil kwaad. 'Dat ruikt anders. Maar kom dan kijken, als je het niet gelooft.'
De haas stond op. 'We gaan dit onderzoeken,' zei hij. 'Kom mee, dan hoef je je ook niet meer te vervelen.'
Met tegenzin stond de egel op en sjokte achter de anderen aan.
'Daar!' wees de uil, toen ze bij de heksenhut kwamen. 'Groenpaarse rook.'
'Vreemd,' zei de haas. Hij snoof 'Bah! Dat is geen appeltaart. Zelfs geen aangebrande appeltaart.'
De egel snoof ook. 'Aangebrande pannenkoeken,' zei hij.
De haas en de uil luisterden niet naar hem. Ze liepen zachtjes naar het raampje en keken naar binnen. De boze heks stond in een grote pan te roeren. Van tijd tot tijd liep ze naar de tafel en keek in een dik boek.
'Ze is echt met een toverdrank bezig,' fluisterde de haas.
'Laat mij ook eens kijken,' zei de egel. Hij duwde de anderen opzij, ging op zijn tenen staan en keek door het raam.
'Ik zie de heks helemaal niet!'
'Oeioeioei!' hoorden de dieren vlakbij. Ze sprongen achteruit.
De boze heks stond in de deuropening. 'Ik dacht al, dat ik iets bij het raam zag! Wat staan jullie daar te gluren? Willen jullie iets stelen?'
'Nee, nee,' stamelde de uil. 'Maar het rook zo raar en we dachten...'
'...dat de pannenkoeken waren aangebrand!' riep de egel.
De heks keek hem wantrouwig aan. Toen grinnikte ze. 'Dat hebben jullie goed geroken,' zei ze. 'De pannenkoeken zijn aangebrand.'
'Kunnen we ergens mee helpen?' vroeg de haas.
'Nee,' zei de heks kortaf. 'En nu wegwezen, jullie. Ik moet weer aan het werk. Nieuwe pannenkoeken bakken, hihihi.' Ze deed de deur dicht.
'Zie je nou wel, dat ze pannenkoeken bakt?' zei de egel.
De haas schudde van nee en fluisterde: 'Heb je die grote, ronde ketel niet gezien? Daar kun je helemaal geen pannenkoeken in bakken. Dat zei ze maar om ons weg te krijgen.' 'Oh oh!' riep de egel. 'Wat gemeen!'
'Ssst!' fluisterde de haas. 'Kom mee.' Hij trok de anderen mee naar een dikke beuk. 'Zo. Als we hier achter zitten, kan ze ons niet zien.'
'Wat ben je van plan?' vroeg de uil.
'Die drank onschadelijk maken. Ik weet nog niet hoe, maar...'
De deur van de hut ging open. De heks kwam naar buiten met een mandje aan haar arm. Mompelend slofte ze vlak langs de beuk. De dieren hielden hun adem in.
'Walgwortel,' mompelde de heks. 'En addergras. Niet te veel en niet te weinig. Precies volgens het recept, anders werkt het niet.'
Ze verdween in het bos. 'Kom,' zei de haas. 'Dit is onze kans. En neem iets mee.' Hij raapte wat bladeren van de grond.
'Waarom?' vroeg de uil.
'Je hoorde toch, wat ze zei? De toverdrank werkt alleen, als hij precies volgens het recept gemaakt is. Dus als wij er iets bij gooien, werkt hij niet meer.'
'Natuurlijk!' riep de uil. 'Wat slim!' Hij plukte snel een paar paddestoelen. De egel nam een handvol beukenootjes. Met zijn drieën slopen ze de hut binnen.
De uil keek in het toverboek. 'Duizeldrank,' zei hij.
'Zie je nou wel.'
'Opschieten,' zei de haas. 'Ze kan zo weer terugkomen.'
Hij gooide de bladeren in de ketel. De uil deed de paddestoelen erbij en de egel strooide de beukenoten over de rand. De drank in de ketel begon te bruisen en te sissen.
'Nog iets erbij,' beval de haas. 'Het geeft niet wat.'
'Een schepje suiker,' zei de egel. 'En haar pantoffels. Hier.'
'Ziezo,' zei de haas. 'Nu zal...'
'Oeioeioei!' klonk het dreigend bij de deur. 'Wat doen jullie hier?'
Wit van schrik keken de dieren om.
Daar stond de boze heks met haar mandje.
'Dus toch aan het stelen? Dat dacht ik wel. Ik zal jullie!'
'We, we kwamen alleen...' fluisterde de uil.
'... om een pannenkoek vragen,' zei de haas snel.
'Maar je bakt helemaal geen pannenkoeken!' riep de egel. 'Dat zei je maar, om ons weg te krijgen. Maar ik had het wel door!'
'Blijf staan alledrie,' zei de heks. 'Nu jullie er toch zijn, kan ik mooi even kijken of mijn duizeldrank gelukt is.'
Ze liep naar de ketel, gooide er wat plantjes uit haar mand in en roerde met een grote pollepel. De haas stootte de anderen aan en wees naar de deur. Op hun tenen liepen ze weg.
'Hier blijven!' riep de heks. Vliegensvlug schepte ze een lepel toverdrank in een kan met water en keerde de kan om boven de uil.
De haas en de egel bleven staan en staarden angstig naar de uil.
De uil voelde zich heel even draaierig worden. Hij draaide één keer langzaam in het rond, toen was het weer over. Hij schudde het water van zijn veren en knipoogde.
De haas en de egel begonnen opgelucht te lachen.
'Je duizelspul doet het lekker niet!' riep de egel.
'Volgende keer beter,' zei de haas.
De heks stond beteuterd naar de uil te kijken. 'Hoe kan dat nou?' mompelde ze. 'Waarom draai jij geen rondje?'
Ze begon wild in de drank te roeren. Ineens hield ze op.
'Het lijkt wel, of er paddestoelen in zitten,' zei ze verbaasd. 'En bladeren!'
'En een schepje suiker,' zei de egel.
'Jullie hebben aan mijn duizeldrank gezeten.
De egel deed de deur open. 'Als je je pantoffels zoekt... ' zei hij over zijn schouder.
De heks keek om zich heen. 'Wààr zijn mijn pantoffels?'
'Je vindt ze vanzelf, als je die drank weggooit,' giechelde de egel en hij sprong naar buiten. De haas en de uil holden achter hem aan.
'Dit zal ik jullie betaald zetten!' krijste de heks. 'Ik krijg jullie wel! Oeioeioei!' En zwaaiend met haar pollepel draafde ze naar buiten, het bos in.
Vanachter de dikke beuk keken de haas en de uil en de egel haar na.
'Dat is gelukkig goed afgelopen,' zei de haas.
De uil veegde een laatste druppel water van zijn vleugel en zuchtte: 'Ja, maar nu de heks weer tovert, is onze rust weer voorbij
'Onze verveling ook,' zei de haas.
'Ik verveel me nooit,' zei de egel. 'Gaan jullie mee naar mijn huis? Ik ga pannenkoeken bakken.'