Heb je een vraag of opmerking of misschien wel een tekening?
Stuur je reactie naar mail@vitaaldenhaag.org
Interessante inzendingen of een mooie tekening plaatsen wij graag op deze pagina.
'Papa,'zegt Robin,'zullen we voetballen?'
'kijk eens naar buiten,'zegt papa.
Robin kijkt naar buiten. Het lijkt alsof een heleboel grote kerels teilen met water tegen het raam staan leeg te gooien – zo hard regent het. In de tuin staan grote plassen.
'En het waait als een gek,'zegt mama.
Mama zit in de stoel naast de bank. Ze zit te breien. Ze breit iets kleins.
'Maar ik wil zo graag voetballen,' zegt Robin.
'Tja,' zegt papa. 'Een fijn potje voetbal. Daar heb ik ook wel zin in. Misschien kunnen we heel rustig voetballen. Heel rustig... dat mag ook wel binnen. In de kamer.'
'Goed zo, papa!' roept Robin. 'Toch?'
Papa kijkt naar mama.
Mama knikt.
Papa haalt de bal
'Ik ben de keeper,' zegt papa.
Papa legt de bal voor de voeten van Robin.
'De bank is het doel,' zegt papa.
Papa gaat voor de bank staan. Robin schopt naar de bal. De bal rolt naar papa toe en papa raapt hem op.
'Hebbes!'
Hij rolt de bal terug naar Robin. Heel rustig. En Robin schopt weer. De bal gaat net naast de bank.
'Mis,' zegt Robin.
'Waar is de bal nu gebleven?'
Papa zit op zijn knieën en kijkt onder mama's stoel.
En dan... ziet Robin de bal!
'Kom maar papa, ik heb de bal al,' zegt Robin. Robin loopt naar mama toe. Hij kan het niet geloven. Mama heeft de pal verstopt! Onder haar trui... Ha! Wat een goeie mop!
Hij tilt mama's trui op.
Maar daar is de bal niet. Mama heeft gewoon een héél erg dikke buik!
Robin kijkt zo verbaasd naar de dikke buik.
'Waarom heb jij zo'n dikke buik, mama?' vraagt Robin.
'In die buik,' zegt mama, 'zit iets héél bijzonders.'
En dan... weet Robin het!
'Een baby'tje!!!' schreeuwt hij.
Mama knikt.
Robin wordt warm en woest en wild van binnen. Dat voelt hij. Hij is zó blij! Hij wil gaan dansen en springen en schreeuwen en in zijn speelgoedkast klimmen. Hij wil... Hij wil... Hij wil van alles, maar hij doet niks. Hij staat heel stil bij mama en legt zijn hand op haar dikke buik.
'Is het écht waar?' vraagt hij.
Mama knikt weer.
'Ik zie in jouw ogen,' zegt mama, 'een heel groot feest.'
En nu knikt Robin.
Later rijdt Robin met mama in de bus. Mama gaat naar de stad naar de vroedvrouw. En Robin mag mee.
De bus rijdt langs de weilanden. Het riet bij de slootjes ligt plat in de storm. Grijze wolken jagen door de lucht. Het is koud in de wereld. Robin heeft een muts op en een das om.
Eerst kijkt de vroedvrouw naar de plas van mama. Die heeft mama in een flesje gedaan. De vroedvrouw houdt het flesje schuin en steekt een papiertje in de gele plas.
'In orde,' zegt ze.
Dan moet mama op de weegschaal gaan staan. De baby is gegroeid.
Mama gaat op het bed liggen. Met haar dikke blote buik als een walvis omhoog. De vroedvrouw legt haar hand op de buik en begint hard te duwen in mama's vel.
Veel te hard!
Maar mama zegt er niks van. Dus Robin zegt ook niks.
'Ha,' zegt de vroedvrouw. 'Wat voel ik hier? Een rond hard hoofd – dát voel ik.'
'Een rond hard hoofd?' zegt mama. 'Dat willen wij wel, hè Robin?'
Robin knikt.
Maar nu komt het fijnste. De vroedvrouw pakt een microfoontje en zet dat op mama's buik.
'Even zoeken,' zegt ze.
Daar klinkt het hartje van de baby keihard door de kamer.
Kadoenk-kadoenk-kadoenk...
'Als een treintje,' zegt mama blij.
Robin hoort ook het hartje van de baby.
Kadoenk-kadoenk-kadoenk...
Zo slaat het hartje van de baby.
Ze lopen door de storm terug. Hand in hand. De wind waait recht in hun gezicht.
Robin staat bij het raam. Boven de huizen staat de zon. De zon is groot. Heel groot en rood. Geweldig rood.
Papa staat naast Robin.
'Zie je die zon? Het baby'tje brengt prachtig weer mee.'
'Nu duurt het écht niet lang meer.'
'Ik ga je aankleden,' zegt papa,'en dan breng ik je naar oom Klaas en tante Betty.'
Oom Klaas en tante Betty wonen aan de overkant. Het is daar altijd fijn, maar nu wil Robin er niet heen. Hij wil naar mama toe en kijken hoe het baby'tje geboren wordt.
Maar dat vindt papa niet goed.
Papa wast Robin en kleedt hem aan. Dan lopen ze samen de trap af.
'Waar is mama?' vraagt Robin.
'In de kamer beneden,' zegt papa. 'Daar staat nu een groot bed en daar ligt mama in.'
'Mevrouw Vlieger is er al,' zegt papa.
Robin weet wie mevrouw Vlieger is. Zij is de vroedvrouw uit de stad. Die altijd zo hard op mama's buik duwt.
Robin en papa gaan naar buiten. Ze steken de weg over. Midden op de weg blijft Robin staan. Hij kijkt naar zijn huis. De gordijnen zijn dicht. Dan draait hij zich om en kijkt naar het huis van oom Klaas en tante Betty. De gordijnen zijn open. Oom Klaas staat achter het raam.
Robin en papa gaan naar binnen.
'Gaat het beginnen?' zegt oom Klaas.
Hij pakt twee kleine glaasjes en een grote fles jenever.
'Wil je een glaasje jenever, meester?'
'Ben je helemaal gek!' zegt papa. 'Ik ga gauw weer naar huis. Ik wil er bij zijn als het baby'tje geboren wordt.' Hij geeft Robin een zoen en rent de deur uit.
Robin gaat voor het raam staan. Papa rent de weg over. Robin zwaait naar hem. Gelukkig, papa kijkt om en zwaait naar Robin. Dan gaat hij het huis in.
'Vroeger,' vertelt oom Klaas, 'vroeger mochten de vaders er niet bij zijn als er een kindje werd geboren. En weet je wat de vaders dan deden, baas?
'Dan gingen die vaders bij hun buurman aan de overkant gezellig een glaasje jenever drinken. En dikke sigaren roken. Dát deden die vaders toen.'
's Middags doen Robin, oom Klaas en tante Betty een spelletje.
Er staat iemand midden op de weg!
Het is papa!
Papa staat te zwaaien. Midden op de weg. Heel woest.
Met allebei zijn lange armen.
'Daar is papa,' schreeuwt Robin,'wat een woesteling,'
Robin vliegt de deur uit. Papa plukt Robin van de straat en danst verder.
Papa zingt:
– 'Geef me een hand, geef me een kus.
– Robin heeft een kleine zus.
– Geef me een kus, geef me een hand.
– Onze Suze is in het land...'
– Robin heeft zijn papa nog nooit zó vrolijk gezien!
Daar komt tante Betty aan.'Is het een meisje?'
'Nou en of!' brult Papa.
Robin zit op de sterke arm van papa. Papa loopt de tuin in. Nee, hij loopt niet, hij danst nog steeds.
De gordijnen in het huis zijn nog dicht. Dat is fijn. Nu mag Robin ook achter de gordijnen.
In de kamer zijn de lampen aan. Tegen de boekenkast in de hoek staat een wit bed. Het is heel groot. Heel hoog. Heel wit. En in dat bed... ligt mama. Ze eet een beschuitje.
Ze eet gewoon een beschuitje!
Hij wil naar mama toe. Maar dan... ziet hij het wiegje! Het is een wiegje van bruin hout, met een puntdak van blauwe gordijntjes.
Hij wil naar mama toe. En hij wil het baby'tje zien. Allebei. Maar... hij staat nog steeds op de drempel.
'Ga maar kijken, lieverd,' zegt papa.
'Samen?' vraagt Robin.
'Samen,' zegt papa.
Papa geeft Robin een hand en samen lopen ze de kamer in.
Papa geeft mama een dikke zoen.
Robin laat papa's hand los. Hij schuift het gordijntje van het wiegje opzij. Het wiegje is leeg! Waar is het baby'tje?
'Kijk es,' zegt mama. Ze tilt een puntje van de deken op.
Dicht tegen mama aan ligt een opgerolde handdoek. En er bewéégt iets in de handdoek! Mama tilt het puntje van de handdoek op, en... Robin ziet een piepklein hoofdje. Robin ziet een mondje en een neusje en twee oogjes die nog slapen.
'Dit is Suze,' zegt mama.
'Aai haar dan maar even,' zegt mama.
Hij aait het baby'tje.
Het is het kleinste baby'tje dat Robin ooit heeft gezien.
Hij kijkt naar mama en het baby'tje. Mama heeft haar mooie nachthemd open gemaakt. Het baby'tje drinkt uit een van mama's borsten. Het maakt smakkende geluidjes. Af en toe floept mama's tepel uit het mondje van de babay. Dan duwt mama de tepel met haar pink terug in het mondje. De baby drinkt smakkend door.
'Wat een woesteling!' zegt Robin.
'Geef je zusje maar een kusje,' zegt mama.
Hij geeft haar een kusje. Zó zacht... Zacht als een veertje van een mus.
'Ik ben Robin... Je grote broer.'