Vogel is ontvoerd / Tony Bloem

De vertaling

verteller: Tony Bloem
stem: Marc Krone

Er staat een stoel op drie poten.
Eén poot is er af.
Aap zet een vierde poot onder de stoel en pakt spijkers.
Tik! Tik! Tik!
Hij timmert een nieuwe poot onder de stoel.
Beneden ziet hij een man met een groot net aan stok voorbij lopen.
De man kijkt speurend in het rond.

In zijn holletje in de boom kijkt Vogel naar buiten.
Hij heeft honger.
Hij slaat zijn vleugels uit, vliegt weg en landt op de grond.
Vogel pikt wat in het rond en krijgt een dikke worm te pakken.
Hij begint ’m uit de grond te trekken.

Achter een struik ziet de man Vogel aan de worm trekken.
De man sluipt dichterbij en hop, hij slaat het net over Vogel heen!
Vogel is gevangen!
Vogel voelt het net en is verstijfd van schrik.
‘Hebbes!’ denkt de boef en stopt Vogel in een kooi.
‘Deze mooie vogel met zijn rode vleugels en prachtige pluim en zijn blauwe borstveren is nu van mij!
Die kan ik verkopen en dan ga ik veel geld verdienen’, denkt boef.

Vogel is bang, zijn hartje bonst hevig.
Hij moet een beetje huilen.
De man pakt de kooi en loopt weg.
Ondertussen heeft Aap de stoel keurig afgemaakt.
‘Ik ga naar Vogel om mijn stoel te laten zien’, zegt hij tegen zichzelf.
Aap loopt naar Vogel’s holletje en kijkt erin.
Vogel is er niet.
Hij besluit te wachten tot Vogel terug komt.

Maar wat is dat?
Op de grond staat Mol heftig naar hem te zwaaien!
‘Kom! Kom!’ roept Mol.
Aap klimt gauw naar beneden.
‘Wat is er Mol! Wat is er aan de hand?’ vraagt Aap.
Mol vertelt dat een lelijke boef Vogel gevangen heeft en opgesloten en meegenomen in een kooi.
Aap zegt: ‘Vogel is ontvoerd! We moeten hem bevrijden!’
Ja, maar hoe?

Aap klimt in de boom, pakt zijn touw en slingert snel door het bos van boom naar boom.
Mol graaft en graaft razensnel onder de grond een gang.
Aap staat bij een boom.
Mol komt tegenover Aap boven de grond.
‘Zal ik een gat graven onder de grond’, vraagt Mol.
Razendsnel graaft Mol een gang onder het pad.
Hij maakt een val voor de man.

Aap staat in de boom met het touw, klaar om te springen.
Hij ziet de man met de kooi nietsvermoedend aan komen lopen.
Aap wacht met spanning af hoe de man naderbij komt.
De man heeft niets in de gaten en neemt grote stappen.
Aap ziet de man met de kooi steeds dichterbij komen!
De man doet nog een paar stappen..., zakt weg in de valkuil... en verliest zijn evenwicht!
Dat is het moment voor Aap om in actie te komen!

Aap slingert zich met een reuze vaart aan het touw naar beneden, grijpt de kooi uit de hand van de man en zwaait in één ruk door naar de volgende boom.
Aap trekt onmiddellijk het deurtje open.
Vogel springt uit de kooi.
Hij is nog helemaal beduusd.
‘Ik wil naar huis’ zegt Vogel en vliegt weg hoog de lucht in.

Aap slingert door de bomen terug naar huis en Mol graaft zich weer diep de grond in.
Naast de boom van Aap komt hij weer boven.
‘Wacht even, ga iets lekkers halen!’ zegt Mol.
Hij duikt weer weg, zijn gang in.
Daar staat de worteltaart die hij pas gebakken heeft.
Hij brengt hem naar boven en snijdt de taart in flinke punten voor Aap, Vogel en zichzelf.
Ze smikkelen opgelucht van de taart.
Vogel bedankt Aap en Mol voor zijn bevrijding. ‘Jullie hebben mij gered! Dank jullie wel.’